Ik haatte die zin als-ie langskwam in een workshop: “Maak verbinding met je verhaal”. Hoezo? En hoe dan? Tot ik ontdekte dat verbinding maken het echte ambacht is van de verhalenverteller.

Waarom zou ik verbinding moeten maken?

Ik vertelde altijd best aardig. Leuke verhalen, prettige optredens. Tot dat verbindingsding een rol ging spelen.

Ik merkte opeens dat ik met heel veel verhalen helemaal geen verbinding had.

Ik vond ze leuk. Ik vertelde ze lekker. Ze scoorden misschien ook wel makkelijk bij mijn publiek (en dat is nu en dan best handig). Maar verbinding? Nee.

En eerlijk gezegd: ik had ook geen idee wat die “verbinding” was. En waarom was dat nodig?

Toch deed ik het maar: verbinding zoeken

Er was ook niemand die het mij goed kon uitleggen. Wordt het verhaal beter, leuker, spannender van “verbinding”? Ik kreeg geen antwoord waarvan ik dacht: nou, dat moet ik eens gaan doen.

Maar ik was in die tijd (jaren geleden) een gehoorzame leerling. Ik deed in workshops dus netjes wat er werd gevraagd. Ik tekende plaatjes van mijn verhaal, ik wisselde van hoofdpersoon, ik maakte korte gedichtjes van mijn thema’s.

En verdorie: het begon te werken.

Verbinding maakt mijn verhalen beter

Het eerste verhaal dat ik zelf bewerkte was Duimelijntje. Ik verzon extra beeldende stukken in een saaie versie die ik vond. Ik keerde het verhaal binnenste-buiten. De mol, de vogel, de elfenprins werden allemaal een stuk levendiger dan ze waren. En omdat ik zo werkte aan de mitsen en maren, werd het mijn Duimelijntje.

En zo werd verbinding maken net als opruimen: het leverde iets op en werd toen leuk!

Ik ontdekte dingen in mijn verhalen die ik eerder nooit zag. Ik werkte aan een zelfverzonnen mythe uit het Amazonegebied en die bleek te gaan over relaties. Dus helemaal niet over de dieren waar ik mee begon. Een oude sage vol magie werd opeens een verhaal over vriendschap. De Rattenvanger van Hamelen werd veel minder belangrijk dan de burgemeester van het stadje. En allemaal alleen omdat ik meer met het verhaal deed dan uit mijn hoofd leren.

Het is nu een tweede natuur. Ik kan niet meer zonder. Ik werk met mijn verhalen op de vierkante millimeter en ik vind het heerlijk.

Zo kun je verbinding maken met je verhaal

Dit doe ik zoal om nu “verbinding te maken met mijn verhaal”:

  1. Ik lees een verhaal één of twee keer. En daarna bijna nooit een derde keer. Of zal ik zeggen: in ieder geval geen vierde keer. Want ik wil niet het verhaal vertellen zoals ik het lees, maar ik “wil het verhaal eigen maken”.
  2. Ik maak de vragen om een karakter te leren kennen. Ik scheef eerder een artikel over de karaktervragen, maar er zijn allerlei manieren op internet te vinden hoe je dat kunt doen.
  3. Ik teken. Ik ben dol op tekenen, of eigenlijk krabbelen met een zwarte pen in een boekje. Ik maak plattegronden of decors (die ik overigens nooit echt zal bouwen). Ik teken hoofden of kostuums (die ik nooit zal dragen). Maar ze vertellen me wel veel over mijn personages en mijn verhaal.
  4. Ik beweeg. Van Eric Borrias leerde ik dat uit een beweging zomaar een verhaal kan komen. Omdat ik draai, buk, wijs, is de hoofdpersoon ineens iets anders van plan dan ik dacht. Of ik ontwikkel zo een houding, een loopje, of een gebaar. En ik let natuurlijk op de valkuilen van beweging.
  5. Ik verander van perspectief, ofwel kies andere hoofdpersonages. Dat verandert vaak hoe mijn eerste hoofdpersoon reageert op die andere personages.
  6. Ik lees veel secundaire literatuur, zoals het heet: publicaties die gaan over de dingen waarover ik vertel. Ik doe onderzoek. Wetenschappelijke artikelen werken voor mij. Kranten of tijdschriften ook.
  7. Ik zoek naar de intentie achter wat ik doe. Dat heeft te maken met mijn personages (wie was zijn moeder, hoe was zijn jeugd), maar vooral ook met de acties in het verhaal. Als iemand wegloopt, is hij dan boos, bang, ongeduldig? Wat wil hij gaan doen?
  8. Ik heb een paar keer een moodboard gemaakt: plaatsjesverzamelingen die mijn verhaal illustreren. Maar dat doe ik niet meer zo vaak. Het kost me teveel tijd en teveel tijdschriften om plaatjes uit te scheuren, denk ik. Hoewel je er ook bestaande platen voor kunt gebruiken en herbruiken.
  9. Ik pak de trein. Nergens kan ik zo goed nadenken over mijn verhaal als in de trein. Ritjes naar Maastricht (anderhalf uur) zijn precies goed om een mooi inzicht te krijgen.

De uitdrukking “verbinding maken” vind ik nog steeds vaag. Maar ik heb wél gevonden wat voor mij werkt.

Hoe maak jij verbinding met je verhaal? Of vind je het net zo’n leeg begrip als ik vroeger? Vertel het me hieronder.