Ik ben een structuurdenker. Ik sorteerde vroeger mijn Playmobiel poppetjes in doosjes met ridders en cowboys. En in mijn werk doe ik het nog steeds: de sites die ik ontwerp zijn mega-gestructureerd. Kortom: ik ben gek op structuur. En dat helpt mij geweldig als verteller.

Huh, denk je nu misschien. Verhalen vertellen is toch vol fantasie, creatief en niet gestructureerd?

Nee. Onzin.

Een goed verhaal heeft een goede structuur.

Je kent misschien dat grapje wel van iemand die een mop vertelt:

“er was eens een man die door een straat liep. Oh, nee, hij liep niet door een straat, hij stond in een weiland. Misschien was het eigenlijk een jongen, trouwens. Nou ja, doet er niet toe, maar er kwam een vrouw naar hem toe en die zei…” Enzovoort.

Het kan heel grappig zijn om iemand zo te horen vertellen, maar ik ben bij de derde zin al afgehaakt.

Zonder structuur kabbelt mijn verhaal voort.

Ik heb geen scenes die ik van elkaar kan onderscheiden. Als ik geen verschillende scenes heb, hebben die ook geen duidelijke relatie. En als de gebeurtenissen in mijn verhaal geen relatie hebben, vertel ik geen verhaal.

Sterker nog: als de structuur in mijn verhaal niet klopt, ga ik me druk maken over onbelangrijke dingen.

Ik oefende ooit met een paar verhalenvertellers en een aantal verhalen had een rammelende structuur: onduidelijke spanningsboog, geen relatie tussen de scènes. Maar er werd wel veel gesproken over details: liep de hoofdpersoon nu eerst naar de rivier en sprak hij dan pas tot zijn geliefde? Of was het andersom?

Gek genoeg merk ik dat zulke vragen helemaal niet relevant zijn, als mijn structuur klopt. Als die staat, volgt daaruit gelijk de rest.

Uit de structuur volgt de belangrijkheid van gebeurtenissen: de ontwikkeling en de climax.

Uit de structuur volgt waar ik kan variëren met emoties.

Uit de structuur volgt waar ik een dialoog kan toevoegen, of er juist één moet verwijderen. Wanneer ik kan vertragen of versnellen.

Om gelijk maar mijn eigen criticaster te zijn: maakt die structuur het verhaal niet saai, steeds hetzelfde?

Nee, beste verteller, een goede verhaalstructuur maakt het heerlijke variëren juist mogelijk. Want alleen met een goede structuur weet ik waar ik kan variëren. Volgens mij is een goede verhaalstructuur juist de basis van variatie.

Ik zal je bekennen: ik speel niet meer met Playmobiel. Maar die oude doosjes van ridders en cowboys zijn een belangrijke inspiratie voor de structuur in mijn vertellingen.

En jij? Houd je van structuur en zie je net als ik de kracht ervan? Of ben je een losse verteller en geniet je daar vooral van? Ik hoor het hieronder graag van je.