Toen we in mijn gezin de kracht van familieverhalen ontdekten, boorde ik een rijke bron aan. Mijn kinderen zijn er gek op en ik vertel ze graag. Typisch een win-win situatie in Huize Uppelschoten.
Wat moet je met familieverhalen?
Toen ik begon met vertellen had ik de familieverhalen nog niet zo in beeld. Mijn verhalen vond ik bij andere vertellers en in boeken. Het waren echte verhalen-verhalen: sprookjes, sagen, mythen, volksverhalen, urban legends.
Pas veel later ontdekte ik de kwaliteit van andere verhaalsoorten: de mop, de anecdote, het broodje-aapverhaal.
Het familieverhaal had ik niet zo in scope. Tot ik in de klas van mijn zoon het verhaal vertelde dat ik ooit van mijn vader had gehoord: over de razzia op de Utrechtse Gageldijk.
De razzia als eerste familieverhaal
De juf van mijn zoon kon voor haar oorlogsproject geen echte overlevenden van de oorlog meer vinden: er waren geen opa’s of oma’s die de oorlog hadden meegemaakt én erover wilden vertellen.
Dus ze vroeg mij. Ik had al vaker verteld in de klas en dat kon ik nu wel weer, dacht ze.
Ik vertelde ze van de razzia op de Utrechtse Gageldijk. Mijn opa woonde daar met vrouw (mijn oma) en vijf kinderen (mijn vader, ooms en tantes). Op een avond reden van twee kanten Duitse vrachtwagens de dijk op. Vanuit de polder naderden patrouilles met honden en de boerderijen en schuren werden allemaal uitgekamd. Op zoek naar mannen voor de Arbeitseinsatz.
Mijn opa lag met de andere mannen van de dijk op de zolder van een grote schuur bij de buurvrouw. Toen een Duitse officier aan haar vroeg of ze door de zoldering mochten schieten, zei zij: “Natürlich, Herr Offizier”.
De Duitsers schoten niet. De mannen van de dijk konden na een bang uur weer van de zolder gehaald worden.
Je raadt het al: de hele klas hing aan mijn lippen.
Mijn zoon was de held van de dag met zo’n spannende familiegeschiedenis.
Verhalen zijn altijd voer voor gesprek
Na mijn vertelling in de klas stelde ik de kinderen de vraag of die Duitse officier misschien wist dat de mannen op zolder lagen. Of hij expres niet geschoten had. Of de buurvrouw dom of dapper was. Wat die mannen gedacht moeten hebben, hoe ze keken toen ze hoorden dat de buurvrouw zei: “Natuurlijk kunt u schieten, mijnheer de officier”.
Het was geweldig om de kinderen te horen redeneren. En de vragen die ze stelden! Was je opa bang? Waar was je oma?
Er waren zelf een paar jongens die hun eigen familie-oorlogsanekdotes vertelden.
Familieverhalen verbinden
Thuis besefte ik pas goed wat de kracht van zo’n familieverhaal is: via mijn opa, mijn vader en mij, was mijn zoon er een beetje bij geweest. Met het verhaal hadden wij een stukje van onszelf gedeeld met zijn klasgenoten.
Hij kende zelf de hoofdrolspelers niet (mijn opa en vader waren al overleden voor zijn geboorte). Maar hij leerde ze wel kennen via dit verhaal.
Zo gaf ik mijn zoon een belangrijk aspect van familieverhalen: verbinding met zijn verleden. Hij leerde over zijn overgrootvader in een spannend verhaal. Hij leerde over de dijk waar zijn opa Giel werd geboren en opgroeide.
Ik vertel de familieverhalen door
En daarom vertel ik nu steeds vaker bewust familieverhalen.
Hoe ik mijn vader in de mailing nam toen ik hem een glaasje water gaf in plaats van jenever (dat verschil zie je namelijk niet, dat proef je alleen). Hoe ik mijn eerste vriendinnetje kust voor de deur van haar boerderij (ik stuntelde wat af). Over mijn scoutingkampen (en vooral hoe ik baalde dat mijn moeder kookstaf was).
We lachen ’s avonds om mijn fouten op de middelbare school . En ik vertel waarom ik vaak boos was op mijn ouders, zodat mijn zoon en dochter leren dat zoiets gewoon mag.
Zij leren uit mijn verhalen over hoe ik met anderen wil omgaan. Wat ik fijn vind en wat niet. Wat ik belangrijk vind in het leven.
Hoe dicht bij de oerbetekenis van verhalen wil je komen?
Ze vragen nu vaak zelf: “Papa, vertel nog eens van toen jij…” Enzovoort. Hoeveel bevestiging wil je hebben dat je het goed doet als vader en als verteller?
Daarom zeg ik hardop en uit volle borst: familieverhalen? Ik vertel ze met veel plezier door.
En jij? Vertel jij familieverhalen aan je kinderen, neefjes, nichtjes? Laat het me hieronder weten.
Mooi Raymond! Ik heb me altijd een beetje schuldig gevoeld dat ik nooit echt aan mijn kinderen verhalen verteld heb, terwijl ik dat wel doe om mijn brood te verdienen. Anekdotes over mijn jeugd vertel ik echter regelmatig. Dus je hebt mijn dag gemaakt 😉
Wat je schrijft herken ik vooral als dochter van een vader die op een leeftijd is dat hij steeds meer over vroeger begint te vertellen. Mijn moeder vindt het vreselijk, maar ik hang aan zijn lippen. Vooral sinds hij een keer verteld heeft dat zijn oom (hij is Duits) als krijgsgevangene naar de USA ging en van de boer waar hij te werk was gesteld het aanbod kreeg om te blijven. Hij keerde terug naar Duitsland omdat hij de enige overlevende man in het gezin was en zich verantwoordelijk voelde voor de familie. Toen voelde ik me via mijn familie ineens heel sterk deel van de Europese geschiedenis.
Ik vertel ook wel te weinig verhalen hoor, denk ik wel eens. Dit was een heel goede en mooie uitzondering. Zo te horen leven er genoeg verhalen in je familie, dus wat let je?
Mooi Raymond. Je kunt het zo mooi verwoorden. Dank.
Fijn dat het je aanspreekt, Hermien. Dank voor je reactie.
Ben het helemaal met je eens Raymond en super dat je hier een pleidooi voor doet; chapeau! Het doorgeven van familieverhalen is enorm belangrijk; ik geloof echt dat het helpt stabiele mensen te creëren.
“Als je wilt weten wie je bent en waar je naar toe gaat, dan moet je weten waar je vandaan komt.” is niet voor niets een wijze uitdrukking want wij zijn verleden, heden en toekomst ineen en daarom is het niet alleen een rijkdom maar zelfs essentieel te weten wat de verhalen zijn in je familie. Het ankert je en verbind je met je gehele identiteit, over de generaties heen.
Ik heb ook de zegen dat ik ben opgegroeid in een familie vol doorgegeven verhalen. Laatst nam mijn 85 jaar oude vader 4 generaties mee langs alle plekken in de stad waar hij en de familie iets hebben meegemaakt tijdens WOII. Het was een vreugdevolle, ontroerende en verbindende dag, van grootvader tot achterkleinkind waren wij één.
De verhalen spiegelen ons terug wie wij zijn en waar wij voor staan. Wij vertellen ze veel en graag; zowel van mijn vaders kant als van mijn moeders. Hierdoor weten wij allerlei details uit het dagelijks leven van voorouders lang, lang geleden.
Zo was er een VOC-Generaal Backer ter Zee die aan boord niemand zoveel vertrouwde als zijn eigen vrouw. Ze hielden zielsveel van elkaar en vonden het afschuwelijk om maanden uit elkaar te moeten zijn. Dus gingen ze samen aan boord, steeds heen en weer naar Indië en kreeg zij de taak met een brandend lont bij de vaten buskruit te zitten. Daarom heet zij bij ons ‘tante Lont’ en staat zij voor individuele kracht en gezamenlijke liefde.
Of mijn bet-bet-bet-overgrootmoeder Jeanne, die zich tegen de Fransen overheersing verzette door zich in keurig, haast tuttig, spierwit kant te kleden om vervolgens rood/wit/blauwe linten wild door haar haar te rijgen en een knalrode bloedkoralen ketting strak om haar nek bond (ten teken van loyaliteit naar de Franse adel die haar koppen verloor onder de guillotine). Zo toonde ze dat je altijd en op iedere laag verzet kan plegen.
Of wat te denken van mijn overgrootvader Frans die 11 kinderen had en bedacht dat je als kind ‘een tuintje’ bij hem kon aanvragen. Tijdens zo’n ‘tuintje’ gingen vader en kind een rondje lopen langs de randen van de tuin en kon het kind in alle rust, vrijheid en intimiteit bespreken wat het op het hart had. Niemand mocht hen tijdens zo’n ‘tuintje’ storen; het was de ultieme quality time tussen vader en zoon/dochter. Uitzonderlijk dat deze Frans ons eind 19e eeuw al liet zien hoe je een veilige haven kunt zijn voor je kind.
Enfin, zo kan ik nog wel generaties doorgaan. En dat doe ik dan ook, iedere keer als ik een familieverhaal doorvertel.
Fijn, Raymond, dat je dit bij ons wakker maakt.
Dank voor je vriendelijke reactie, Michael. En wat een ontzettend leuke en indrukwekkende anekdotes deel je met ons! Mooi om te lezen.
Groet,
Raymond
Hoi, ik ben enkele jaren geleden gestart met familieverhalen te verzamelen en op te schrijven. Over vroeger herinner ik me dat we met z’n allen om de Leuvense stoof van mijn overgrootmoeder zaten met onze kousenvoeten op de pot. Dat was lekker warm in de winter. Verhalen en gesprekken kwamen als vanzelf. Er stond altijd wel iets op de stoof te pruttelen, koffie of soep. Deze beelden staan in mijn geheugen gegrift en ik vind het zo jammer dat de jeugd niet meer weet wat ouderwetse gezelligheid is.
Tja, Ria, ik ben eerlijk gezegd ook wel benieuwd wat onze kinderen zullen vertellen over “hun vroeger”. Ze hebben waarschijnlijk andere beelden dan wij (de stoof wordt nauwelijks meer gebruikt tenslotte) maar ze zijn voor hen hopelijk net zo waardevol als voor jou.
Wat een mooi en duidelijk verhaal! Zelf heb ik ervaren hoe bijzonder mijn moeder het vindt en hoe trots ze is dat ik haar oorlogservaringen verder vertel.
Dat kan ik me voorstellen, Reinou. Het is ook een beetje waardering voor wat zij heeft meegemaakt, denk ik dan. En het toont onze betrokkenheid daarbij.
Mooi artikel Raymond! Inspirerend.
Zelf gebruik ik ‘Ons leven, een invulboek voor grootouders’ nog regelmatig. Mijn schoonmoeder vond het lastig toen ik haar vroeg dit boek voor onze zoon in te vullen. Wel houdt ze erg van vertellen en vindt ze het prettig dat ik het boek invul naar aanleiding van wat zij vertelt. Op die manier komen er veel verhalen los waar we samen plezier aan beleven.
Leuk instrument om te gebruiken, Janny.