Pinksteren is één van de grote christelijke feestdagen. Weinig mensen weten nog wàt we dan herdenken: de apostelen ontvingen de Heilige Geest en begonnen te prediken. Maar voor een verhalenverteller is het veel meer dan een hoofdstuk uit het Nieuwe Testament. De ingrediënten van Pinksteren maken deze dag tot het ultieme vertellersfeest.

Bij elkaar zitten

Na de dood van Christus waren de apostelen en de volgelingen in verwarring: als de Romeinen zouden merken dat zij bij die gekruisigde man hoorden, waren ze hun leven niet meer zeker.

Ze zaten bij elkaar en wachtten af. Wat zou er gebeuren? Wat moesten ze doen?

De angst voor vervolging en kruisiging is natuurlijk zo puur en eerlijk als-ie maar zijn kan. En tegen zulke angst is een goede remedie: verhalen vertellen. Want wat was er eigenlijk gebeurd? Waar zou het naartoe gaan? Waarom waren de dingen zoals ze waren? Wat zouden we kunnen doen?

Daar zijn verhalen de perfecte antwoorden op. We verbinden onszelf met verhalen. We verbazen ons over de dingen die hoofdpersonen meemaken. En we spiegelen ons aan de besluiten die ze nemen.

Daarom zijn een groep apostelen en gelovigen bij elkaar het ideale gezelschap voor een goed verhaal.

Vuurtongen boven je hoofd

De apostelen kregen de Heilige Geest terwijl ze zo bij elkaar zaten. Die daalde op ze neer in de vorm van harde wind en vuurtongen, kleine vlammetjes boven hun hoofd. Bekijk de religieuze afbeeldingen maar eens: een prima beeld, dat het ook goed deed in allerlei epische verfilmingen.

Vuurtongen met Pinksteren

Als verteller ken ik die vuurtongen ook. Ik voel het vuur als ik vertel na een goede voorbereiding. Of als ik mijn thema helemaal beleef.

Goed, dat gebeurt niet altijd. Maar als ik het verhaal echt voel en merk dat ik mijn publiek raak, dan zijn die vuurtongen niet ver weg.

Dan kan ik me voorstellen dat een apostel hetzelfde voelde 2000 jaar geleden. Dan snap ik dat hij opstond en begon te prediken. Ik wil ook vaak iets meegeven, mijn publiek raken, iets tonen van mijzelf. En als dat lukt is het een heerlijk gevoel.

Vuurtongen en een wind die door de kamer ging, kan ik me dus best een beetje voorstellen bij een verhalenfeest als Pinksteren.

Spreken in  vele tongen

Het laatste ingrediënt van Pinksteren is dat elke apostel plotseling een vreemde taal sprak. Er waren allerlei reizigers in Jeruzalem en die werden aangesproken in hun eigen taal. Allemaal verstonden ze de boodschap van de apostelen. De mensen vroegen of die mannen niet gewoon Galileëers waren? Hoe konden Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea enzovoort hen dan toch verstaan?

Het ‘spreken in tongen’ is een wezenlijk onderdeel van Pinksteren.

En verschillende tongen zijn ook belangrijke ingrediënten van fijne vertelactiviteiten.

Ieder verteller heeft zijn eigen tong: andere nuances, interesses, beelden. We vertellen allemaal op een eigen  manier, maken andere keuzes. En die variatie maakt een vertelbijeenkomst met vertellers voor mij vaak tot een genot.

Dat maakt Pinksteren voor mij bijzonder

Zo is Pinksteren voor mij de vertelervaring in een notendop

Bij elkaar steun en inspiratie vinden. Passie voelen alsof er vuurtongen boven mijn hoofd zweven. En de variatie in de taal die iedereen spreekt.

Ik zit niet meer iedere week de kerk. Maar zo besef ik me ieder jaar wèl dat Pinksteren een vertellersfeest is.